maandag 19 mei 2008

400 meter horden


Nu ik hier maar zit te zitten, denk ik natuurlijk heel vaak aan mijn loopcarrière (die hopelijk niet hier stopt).
Een van de mooiste atletieknummers op de piste vind ik de 400 meter horden. Niet alleen om naar te kijken, maar ook en vooral om zelf te doen.
Ik vind het een avontuurlijk nummer.
Je moet er wel een goeie conditie voor hebben en soepel zijn.
Toen ik eraan begon, lang geleden, had ik er nauwelijks op getraind. Ik kon een behoorlijke 400 meter lopen, en een 800 ook, en de horden staan bij de vrouwen laag (76 cm), dus geen probleem om daar over te geraken.
Mijn passen tussen twee horden heb ik nooit geteld (de "echten" doen dat wel).
Gewoon alles geven, en dan staat daar plotseling een horde : hop, erover.
De meest gemaakte fout is dat je niet tijdig durft te springen, en dan zit je te dicht bij de horde, dan ga je "trippelen" en verlies je veel tijd !
Ik spreek hier nu wel van springen over de horden, maar een goeie springt daar niet over maar loopt daar over. Ook kwestie van zo weinig mogelijk tijd te verliezen. Zo laag mogelijk over de horde scheren, is dus de kunst.
Eén keer heb ik voorgehad dat ik de enige was voor de 400 horden-wedstrijd. Goed, ik dus starten met goeie moed. Maar : in de laatste rechte lijn stond er plotseling één horde op mannenhoogte ! Ik was zo in de war dat ik stopte (had ik er maar gewoon over gesprongen ...hoewel : dat is echt wel een stuk hoger, en dan juist op 't einde ... dan is elke horde al zeer zeer moeilijk te nemen.)
Dat was dus eigenlijk een opgave.
"Niet erg, meisje," zei de scheidsrechter, "je mag je wedstrijd gewoon opnieuw lopen" ...
Gewoon even een 400 meter opnieuw lopen.... gewoon !!!
Ik zat steendood.
Dat werd dus die tweede keer ook geen toptijd.
Jammer, want ik zat toen echt dik in vorm.

Geen opmerkingen: